De volwassen honingbij leeft voornamelijk van nectar en stuifmeel die door planten wordt geproduceerd. Van de nectar produceren de honingbijen honing die ze later als energiebron kunnen gebruiken. De bijen zijn alleen actief als de buitentemperatuur boven de tien graden Celsius is en er zich bloeiende, nectardragende planten in de omgeving bevinden. De planten gebruiken de bij om het stuifmeel van de ene naar de andere bloem over te brengen, zodat kruisbestuiving mogelijk wordt. De verzamelde nectar levert suikers die worden gebruikt als energiebron voor het vliegen. De verzamelde stuifmeelkorrels zijn bronnen van eiwitten (proteïnen) die nodig zijn om te kunnen functioneren en gezonde jonge bijen te creëren. Sommige bijen zijn gebonden aan een bepaalde plant of groep planten, maar de honingbij heeft geen voorkeur en bezoekt planten uit verschillende bloemenfamilies en kan ook overweg met verschillende bloemtypen. Ze bezoeken steeds bloemen van eenzelfde soort waardoor ze zeer effectieve bestuivers zijn voor landbouwgewassen. Water verzamelen ze om het broednest te koelen en voor het voederen van de larven. Op de knoppen van bomen en struiken gaan honingbijen op zoek naar hars om te vermengen met stuifmeel en enzymen tot propolis, een antibacteriële stof die de bijen gebruiken om spleten en kieren te dichten.
blije bijen - Kuildamstraat 47, 9100 Sint-Niklaas
