Sinds 1950 worden er stevige dalingen en verarmingen in de bijenpopulaties waargenomen. Dat bevestigen verschillende studies. Gelukkig is de achteruitgang aan het dalen en zelfs aan een stabilisatie bezig. Sommige soorten gaan er zelfs op vooruit. Dit valt enerzijds te verklaren doordat over de tijdspanne van 60 jaar reeds het merendeel van de gronden in gebruik zijn genomen door intensieve landbouw. Anderzijds wordt het vrijgekomen habitat door verlies van vele gespecialiseerde soorten ingenomen door slechts enkele algemene soorten. Die kleine groep is zeer flexibel en kan zich goed aanpassen aan verschillende habitats. Een grote variatie aan bijen wordt met andere woorden langzaamaan vervangen door een kleine groepje dat in zeer grote aantallen aanwezig is. Van alle Europese bijen worden 7 soorten als kritisch bedreigd, 46 bedreigd, 24 kwetsbaar, 101 in gevaar, 663 geen zorgen, 1101 niet genoeg data en 23 als niet toepasbaar beschouwd.
Omdat ze de belangrijkste bestuivers zijn is vooral naar hommels veel onderzoek gedaan waarbij 68 hommelsoorten gevonden zijn. 46% zijn in verval, 29% stabiel en 13% in opmars. van de overige is te weinig informatie bekend. Twee zeer generalistische soorten (Bombus terrestris en Bombus lapidarius) zijn zo sterk terrein aan het winnen dat ze tegenwoordig de bijengemeenschap domineren ten koste van andere soorten die meer gespecialiseerd zijn. Het zijn zeer mobiele soorten met weinig tot geen voorkeur voor een bepaald habitat die door de lagere beschikbaarheid en grotere fragmentatie van voedsel en nestplaats zich toch weten te vestigen.
blije bijen - Kuildamstraat 47, 9100 Sint-Niklaas
