informatie en inspiratie. Terug

Bijenweide

geschreven door olivier

Wat is een bijenweide?

Bloemplanten produceren gewoonlijk stuifmeel en nectar en die twee grondstoffen vormen het voedsel van alle bijen. Naast de gelegenheid tot voortplanting en een nestplaats hebben bijen die twee voedingsstoffen nodig. Het geheel waar bijen dit voedsel kunnen vinden noemt men dan de bijenweide. De naam is weliswaar een beetje misleidend want ook borders, struiken en bomen kunnen deel uit maken van de bijenweide zonder dat hierin weidebloemen voorkomen. Bovendien kan de weide van een bij verspreid zijn over verschillende locaties.  Een grote diversiteit aan (inheemse) planten in een structuurrijke vegetatie vergroot de kansen om te voldoen aan alle voorwaarden en zo hun voortbestaan te verzekeren. De samenstelling, de locatie, de grootte, het bloeitijdstip en het weer spelen allemaal een rol in het succes van een bijenweide. De principes gelden zowel voor honingbijen, solitaire bijen als hommels.

Eigenschappen van een bijenweide?

Monofloraal

Er moet een plaatselijke weelde van planten zijn om afdoende effect te hebben op de duurzame vestiging van sommige bijen. Vergeet dus de botanische tuin met weinig individuen van een maximum aantal plantensoorten. Bijen hebben nood aan monoflorale bijenweides. Van belang is dat het ook een ruim aanbod aan bloemen van dezelfde soort betreft. Bijen bezoeken bij voorkeur plekken waar veel van hun gading te vinden is en ze keren daar steeds terug, omdat ze zo efficiënt mogelijk om moeten gaan met hun korte leventje. Hoe groter de bijenweide hoe meer kans op succes. Monofloraal betekend echter niet dat de bijenweide uit slechts één enkele soort bestaat. Een grote massa van een beperkt aantal soorten is steeds de beste keuze.

Inheems

Dikwijls worden tuinen en perken verfraaid met enorme hoeveelheden sierbloemen, die dubbelbloemig en steriel zijn door hun exotische herkomst. Deze zijn niet geschikt als bijenplant. Fraai voor het oog, maar voor insecten zijn het niets anders dan nutteloze kleurspektakels die niet bijdragen aan hun overlevingskansen. Inheemse planten en bijen zijn doorheen de evolutie op elkaar afgestemd waardoor ze niet zonder elkaar kunnen. Vooral bepaalde soorten solitaire bijen hebben een nauwe band met één of enkele plantensoort(en).

Continuïteit in bloem

Het zaaien van eenjarige bloemen is voor honingbijen en hommels zeer nuttig. Solitaire bijen daarentegen kunnen alleen voortbestaan als ze elk jaar over hetzelfde bloemaanbod kunnen beschikken. Ook voor honingbijen en hommels kan die continuïteit best aanwezig zijn. Deze jaarlijks bloemende soorten moet ook doorheen het ganse jaar prominent aanwezig zijn zodat er zich geen periodes zonder bloemende planten voordoen. 

  • Lentebloem: belangrijk voor de  heropstart van de honingbijkolonie + opstart van nesten van solitaire bijen en hommels
  • Zomerbloem:  belangrijk voor doorbroedende honingbij en hommelnesten + ’s zomers levende solitaire bijen
  • Herfstbloem:  voor het aanvullen van het vetlichaam van hommels, voor de wintervoorraad van de honingbij + late solitaire bijen

Nabij nestgelegenheid

Honingbijen en sommige solitaire bijen moeten stuifmeel oogsten van meer dan 1000 bloemen van hun gastplanten om de ontwikkeling van één enkele larve te voorzien. Daarom is de afstand tussen de nestplaats en de bijenweide zo klein mogelijk. Solitaire bijen beperken zich vaak tot enkele honderden meters terwijl hommels tot maximum 1.5km en honingbijen tot maximum 3km ver vliegen. Nesthulp zonder bijenweide op correcte afstand heeft geen enkel nut.

Verschillende bijenweides

Plantenborders, akkerranden, parken, weides en bermen met bloemrijke vegetatie zouden niet alleen de bijen van voldoende voedsel kunnen voorzien maar ook een gezondere populatie aan insecten, vlinders en vogels kunnen promoten. Bloemrijke hooilanden en akkers of akkerranden, zoomvegetaties met een gevarieerd aanbod aan struiken en veel verschillende (inheemse) boomsoorten bieden immers veel kansen op een grote biodiversiteit. In de landbouw kunnen stikstof fixerende planten zoals klaver een lokale weelde aan nectar voorzien en tegelijk op een volledig natuurlijke wijze de bodemstructuur verbeteren. Ook bijengazons zijn een mogelijk antwoord op de voedselschaarste. Kilometers lange wegbermen vol met bloemende planten kunnen functioneren als schuil- en voedselcorridors voor tal van dieren.

Geschikte planten voor een bijenweide.

Over het algemeen zijn alle composieten, vlinderbloemen, lipbloemen en ruwbladigen zeer geschikt als drachtplanten voor allerlei soorten bijen. Veel borderplanten voldoen ook heel aardig aan eisen die bijen stellen. Tuinplanten uit de geslachten Achillea, Aster, Callendula, Campanula, Centaurea, Chrysanthemum, Coreopsis, Cosmea, Echinacea, Helianthus, Rudbeckia, Solidago, Tagetes en Tanacetum zijn welkome voedselbronnen voor veelal zomerse bijen. Tweejarige distel Witte reseda is net als de andere resedasoorten een zeer attractieve plant. Hoewel Jacobskruiskruid een slechte naam heeft omdat het in hooi vergiftigingen kan veroorzaken is het een buitengewoon goede drachtplant. Hommels en honingbijen hebben hun voorkeuren maar zijn eigenlijk weinig kieskeurig. Ook onder de solitaire bijen zijn er die weinig kieskeurig zijn, maar een flink aantal soorten is min of meer voedselspecialist . Bij elke ingreep ten gunste van bepaalde planten wordt altijd een slechts beperkt aantal voedselspecialisten geholpen. Daarom is het van belang om zoveel mogelijk variatie aan te bieden.

Bronnen:
  • Een TUIN voor de WILDE BIJEN, Hoe onthalen, observeren en beschermen we ze. – Michaël Terzo & Nicolas Vereecken
  • Breugel, P. van 2014. Gasten van bijenhotels. – EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden & Naturalis Biodiversity Center, Leiden.
Facebooktwitterredditpinterestlinkedintumblrmail
februari 6th, 2015